A prime spot of geology

310 million years of change: the rocks of the Osnabrück region tell an eventful story. The establishment of a broad riverine landscape was followed by uplift and subsidence. Deposition of sediments alternated between terrestrial and marine. As the Alps began being folded up in the south, the Bramsche Massif rising from deep underground led to uplift of the horsts of Ibbenbüren, Hüggel and Piesberg – bringing with them black coal from a depth of two kilometres. The rock strata of the Osnabrück region steepened and erosion carved out the Wiehengebirge and the Teutoburger Wald. Later on, the North Sea repeatedly transgraded southward and left behind new layers of sediment. Finally, the glaciers of the last ice age partly pushed up those sediments, forming the hilly landscape of the Nordkreis.

Vierkante mijl van de geologie

310 miljoen jaar verandering: de rotsen in het Osnabrücker gebied vertellen een gevarieerd verhaal. Een rivierlandschap wordt gevolgd door op- en neergangen. Soms wordt sediment op het land afgezet, soms in zee. Toen in het zuiden de Alpen werden gevormd, werden door de opheffing van het Bramschmassief in de ondergrond ook de horsten van Ibbenbüren, Hüggel en Piesberg opgeworpen – en kwamen kolen van twee kilometer diepte aan het licht. De lagen van het Osnabrücker Land worden gevormd en erosie vormt het Wiehengebirge en het Teutoburger Wald. Later dringt de Noordzee herhaaldelijk tot dit gebied door en laat nieuwe lagen sediment achter. Ten slotte duwen de gletsjers van de laatste ijstijd deze sedimenten gedeeltelijk omhoog en vormen zo het heuvellandschap van het noordelijke district.