Wildlife in the forest

Wild boar, roe deer and badgers – and who else lives in the dense greenery? Thousands of species of crawlers and fliers: insects ensure the natural dynamics of living, dying and emerging in the forest.
Bees, wasps, flies and butterflies carry pollen from flower to flower and many ants spread the seeds of herbaceous plants. Wood wasps and countless species of beetles colonise dead trees and feed on them – the beginning of decomposition, which makes nutrients and energy stored in wood and bark available again as resources. Last but not least, insects are also food, for example for birds, shrews, bats, salamanders, frogs, toads and lizards.

Dieren in het bos

Wilde zwijnen, reeën en dassen – en wie leven er nog meer in het dichte groen? Duizenden soorten kruipers en vliegers: insecten zorgen voor de natuurlijke dynamiek van leven, sterven en opkomen in het bos.
Bijen, wespen, vliegen en vlinders vervoeren stuifmeel van bloem naar bloem en veel mieren verspreiden de zaden van kruidachtige planten. Houtwespen en talloze soorten kevers koloniseren dode bomen en voeden zich ermee – het begin van de ontbinding, waardoor in hout en schors opgeslagen voedingsstoffen en energie weer beschikbaar komen als hulpbronnen. Tenslotte zijn insecten ook voedsel voor bijvoorbeeld vogels, spitsmuizen, vleermuizen, salamanders, kikkers, padden en hagedissen.